Portugees levenslied vol melancholie
De fado is dé volksmuziek van Portugal. Dit Portugese levenslied vond begin 19e eeuw zijn oorsprong in de arme wijken van Lissabon. Fado betekent letterlijk 'lot' (afgeleid van het Latijnse woord fatum), en het lied is onderdeel van het leven van iedere Portugees. Het gaat over de gebeurtenissen in het leven, over melancholie, verdriet, heimwee naar wat niet meer is en weemoed, maar ook over blijdschap en feesten. Hier is een Portugees woord voor: saudade. Dit is een typisch Portugees woord, in andere talen is er geen vertaling voor.
Er zijn twee stromingen: de fado van Coimbra, en de fado van Lissabon. De fado van Lissabon is de meest populaire fado, heeft een volks karakter, en werd vroeger voornamelijk door vrouwen gezongen. De fado van Coimbra wordt alleen door mannen gezongen, en heeft een meer academisch karakter.
Sinds de heropleving van de fado in de jaren negentig, geniet de fado steeds meer internationale bekendheid bij een groter publiek. Amália Rodrigues wordt beschouwd als een van de belangrijkste en invloedrijkste fadozangeressen ooit.
In zowel Lissabon als Coimbra zijn veel restaurants waar (professionele) fadistas (fado zangers) hun liederen zingen. Vooral de wijken Bairro Alto, Alfama en Mouraria in Lissabon zijn hierom bekend.
Ook in de Costa de Prata worden in diverse restaurants fado avonden georganiseerd, met een avondvullend programma met diner en fado.
De Portugese fado is in 2011 toegevoegd aan de lijst van immaterieel cultureel werelderfgoed van Unesco, de cultuurorganisatie van de VN.