In Midden Portugal ligt een aantal rivieren die niet alleen schitterend zijn maar waar je ook nog eens op kunt kajakken.
De Zêzere rivier is een van de mooiste in deze regio. Het kristalheldere water en de sterke stroming maken deze afdaling een van de meest populaire. De stroming komt van de hoger gelegen stuwdam bij Castelo do Bode. De Tejo (of Taag) is de grootste Portugese rivier en heeft weinig stroming, is over het algemeen rustig en toegankelijk voor iedereen. Peddelen geblazen dus!
De Nabão rivier is minder bekend, maar niet minder interessant. Het is een kleinere, kronkelende rivier met een grotere diversiteit van flora en fauna. Deze rivier is vanwege de (sterke) stroming alleen bevaarbaar per kajak tussen maart en juni.
Kajakken op de rivieren is een van de sportieve activiteiten in dit gebied en de moeite waard. Naast actief bezig zijn, geniet je ook nog eens van de schitterende omgeving vanaf het water.
Afgelopen september trokken wij er met familie op uit om een leuke tocht te maken. Je hebt de keuze uit verschillende afstanden en moeilijkheidsgraden. Wij kozen voor een tocht van 10 kilometer, waarvan een deel over de Zêzere en een deel over de Tejo. De start is in Constância bij Barquinha ou Chamusca, ten oosten van Tomar. Eerst krijgen we een korte instructie door eigenaar/instructeur Pedro hoe je moet kajakken, want niet iedereen is ervaren, voor sommigen van ons is het zelfs de eerste keer. Allemaal voorzien van een zwemvest en wat drinkwater gaan we 'op weg'. Met zijn tweeën in de kajak en peddelen maar. Halverwege is een rustpauze ingelast, die kan de bemanning van mijn kajak wel gebruiken. Wij blijken het meest trage team, maar wel met de meeste lol. Bovendien zie ik de familie niet dagelijks, dus ook een mooie gelegenheid om af en toe even bij te praten. Maar ja, daar raakt dan ons ritme weer van ontregeld. We genieten van de pauze met appels en biscuits voor wat nieuwe energie en het geweldige uitzicht op het Castelo de Almoural.
Bij het eindpunt aangekomen, helpt iedereen elkaar aan en op de kant, inclusief kajak. Met een busje worden we weer teruggebracht naar het beginpunt waar onze auto's staan. Voordeel is dat je waardevolle zaken kunt inleveren bij de organisatie en deze niet in de auto hoeft te laten of mee te nemen in de kajak. Zelfs geen fototoestel, want de instructeur gaat mee als gids en maakt onderweg foto's van de groep die je na een dag per e-mail krijgt thuisgestuurd.
Meer weten: Descidas em Kayak
Castelo dos Templários
Van het kasteel is niet veel meer overgebleven dan de omwalling en de Rotunda.
Via de Torre de Homenagem in de indrukwekkende muur betreedt u de binnenplaats. Een dubbele trap leidt naar de tempelierskerk, beter bekend als de Rotunda. Onder Manuel I is deze zestienhoekige kerk, gebouwd naar Syrisch-Byzantijnse principes, uitgebreid met een manuelino-schip en daaronder de kapittelzaal. Het geheel is daarmee opgenomen in de nieuwbouw van het klooster. Het schitterend gebeeldhouwde manuelino-portaal uit de 16e eeuw is een kleinere, intiemere pendant van het zuidportaal van het klooster van Belém. De 12e-eeuwse Rotunda, nu het koor van de kloosterkerk, is gebouwd rond een achthoekig heiligdom, de 'charota', dat door 16 ribben met het plafond en de buitenmuren is verbonden. Van de Byzantijnse wandschilderingen is hier en daar nog iets zichtbaar. De rest van de decoraties is manuelino en renaissance (stucwerk, kleurrijk beeldhouwwerk en schilderijen).
Convento de Cristo
Het hoger gelegen schip van de kerk, dat met een spitsboog aansluit op de Rotunda, werd in 1510 voltooid. Het gevelfront is uitgevoerd in een weelderige manuelinostijl.
Het Claustro do Cemitério (kruisgang van de begraafplaats) en het Claustro da Lavagem (kruisgang van de wasplaats) dat gedeeltelijk is ingestort, werden in de 15e eeuw gebouwd op initiatief van Hendrik de Zeevaarder. In de voormalige sacristie is een missiemuseum ingericht. Het grootste kloosterhof is het Claustro dos Felipes of Claustro Grande. Volgens de overlevering zou Filips II hier tot koning van Portugal gekroond zijn. Een wenteltrap brengt u naar een terras, waarvandaan u uitziet op het Claustro de Santa Bárbara, maar vooral op het wereldberoemde venster van de kapittelzaal, het summum van de manuelinostijl. Het vier meter hoge venster is zo rijk versierd dat het moeite kost de details direct te herkennen. Het Claustro da Hospedaria, Claustro da Micha en Claustro dos Corvos dateren alle van het eind van de 16e eeuw.
Ontstaan Castelo dos Templários en Convento de Cristo
Door aansporing van twee elkaar opvolgende ridderorden is deze burcht ontstaan. Dit waren religieus-militaire verenigingen van ridders, die zich tot taak hadden gesteld het Heilige Graf in Jeruzalem en de pelgrims op hun tocht daarheen te beschermen. De combinatie van monnik en ridder was in de Middeleeuwen een normaal en geaccepteerd verschijnsel.
Orde van de Tempeliers
Voor Tomar was in eerste instantie de in 1119 in Jeruzalem opgerichte Orde Der Tempeliers belangrijk. Deze orde had zijn hoofdzetel in een deel van een paleis in Jeruzalem. Het paleis stond op een plein waar vroeger de tempel van Salomo gestaan had, vandaar zijn naam. De leden van de orde waren te herkennen aan een witte mantel met een achtpuntig rood kruis op de borst. Aan het hoofd van de orde stond een grootmeester.
De Portugese tak, de 'Ordem da Cavalaria do Templo' , kortweg Templários, had zijn zetel in Tomar. Behalve bij de Kruistochten naar het Heilige Land waren zij ook nauw betrokken bij de strijd tegen de Moren op het Iberisch Schiereiland. Zo hadden zij een belangrijk aandeel in de verovering van Santarem en Lissabon in 1147. Voor zijn daden werd de orde beloond met burchten en landgoederen. Dit was niet alleen in Portugal, maar ook elders het geval. In Europa ontstonden zo rijke, machtige regionale orden, waarbij de 'Ordre du Temple' in Parijs de machtigste werd. Wereldlijke leiders moesten rekening houden met deze machtsfactor.
Filips IV de Schone, koning van Frankrijk, was dit gegeven een doorn in het oog. Hij klaagde de tempeliers aan wegens zedeloosheid, verwereldlijking en machtsmisbruik. Hij wenste geen staat binnen de staat. Het bezit van de orde in Frankrijk werd geconfisqueerd en de onder druk geplaatste paus Clemens V, in ballingschap in Avignon, ontbond in 1312 de gehele orde. In Spanje en Portugal stuitte dit op groot verzet. Paus Johannes XXII, Clemens' opvolger, schonk daarop de Iberische vorsten het recht nieuwe orden te stichten en deze toegankelijk te maken voor de vroegere tempeliers.
Orde Christusridders
Hierop stichtte koning Dinis in 1319 de orde der Christusridders, ‘Ordem da Cavalaria de Nosso Senhor Jesus Cristo’, die in 1350 door paus Julius III verbonden werd met de Portugese kroon. Een aantal jaren was Castro Marim in de Algarve het hoofdkwartier van de orde, maar in 1356 vestigden de ridders zich in Tomar. De orde kon zodoende de materiële welstand der tempeliers verder uitbreiden. Alleen de naam was veranderd, verder bleef alles bij het oude.
Na de definitieve verdrijving van de Moren kreeg de orde een nieuwe opdracht: de vergroting van de Portugese koninklijke macht. Hendrik de Zeevaarder en Manuel I werden grootmeesters en konden zo de orde gebruiken voor hun idealen. De orde financierde de ontdekkingsreizen en verzorgde de bekering tot het christendom van de 'ongelovigen'. Hun symbool, het achthoekige rode kruis (overgenomen van de tempeliers), werd een begrip. Het was onderdeel van het wapen van Manuel I en het sierde elk zeil van de karvelen van de ontdekkingsreizigers.
Na deze roemruchte periode werd hun macht echter beperkt, doordat João III in 1523 bepaalde dat het religieuze aspect weer de boventoon moest gaan voeren. De orde werd weer een zuivere monniksorde.In 1789 volgde de secularisatie en bij de val van de monarchie in 1910 werd de orde opgeheven.
Tempeliers lieten Tomar indrukwekkende burcht na
Het plaatsje Tomar ligt ten oosten van Fátima, in het dal van de rivier de Nabão. Al van ver is te zien waarom Tomar bekend is: het bovenop een heuvel gelegen tempeliersklooster annex burcht, oftewel het Castelo dos Templários en het Convento de Cristo. Het is door Unesco tot World Heritage Site verklaard
Andere bezienswaardigheden
- Op het belangrijkste plein, het Praça da República, met een standbeeld van grootmeester Gualdim Pais, staat tegenover het 17e eeuwse raadhuis de Igreia de São João Baptista. Het opvallendste aspect aan deze laat-gotische manuelino-kerk uit de 15e eeuw is de manuelino-klokketoren met de achthoekige bovenbouw en piramidevormige spits.
- In de buurt van dit plein, in de vroegere jodenwijk staat de Sinagoga. Veel synagoges zijn er in Portugal niet bewaard gebleven. Deze synagoge uit de 15e eeuw is één van de weinigen die nog in Portugal te vinden zijn. Het Museu Luso-Hebraico 'Abraão Zacuto' is nu nog bescheiden van omvang, maar zal worden uitgebreid tot een cultureel en religieus centrum. Naast de synagoge werden de rituele baden (mikveh) uit de 15e eeuw blootgelegd.
- Ermida de Nossa Senhora da Conceição: deze 16e eeuwse kapel is een bijzonder goed voorbeeld van de vroege renaissancebouw.Igreja de Santa lria, een renaissance-kapel. Eind oktober wordt tijdens de Feira de Santa Iria de heilige Irmé of Irene herdacht. Zij was een non die in Tomar leefde. De monnik Remigo vermoordde haar en gooide haar in de Rio Tejo. Haar lichaam spoelde aan in Santarém.
- Igreia de Santa Maria dos Olivais, de moederkerk van de orde der tempeliers. De vroeg-gotische kerk werd in de 12e eeuw gebouwd, maar heeft nadien heel wat wijzigingen ondergaan. Vrijwel alle meesters van de orde liggen hier begraven.
Festa dos Tabuleiros
Eens in de twee á drie jaar (de bevolking bepaalt zelf of het feest doorgaat) wordt begin juli in Tomar het Festa Dos Tabuleiros gehouden.
Het feest wordt georganiseerd door de in de 14e eeuw door Rainha Santa, de heilige koningin Isabel, gestichte ‘Broederschappen van de Heilige Geest’. Deze broederschappen deelden brood, wijn en vlees aan de armen uit. Het feest duurt vier dagen en bestaat uit vuurwerk, muziek en dans en andere folkloristische activiteiten. Het hoogtepunt is de processie op zondag. Vierhonderd jonge mannen begeleiden een gelijk aantal jonge meisjes in een optocht. De meisjes dragen moeizaam balancerend op het hoofd, een ‘tabuleiro’, een plank of mand opgetuigd met zo'n 30 broden en versierd met papieren bloemen en korenaren. Deze toren kan zo’n 15 kilo zwaar zijn, en is vaak net zo hoog als de meisjes zelf lang zijn. Op één van de pleinen staat een voorbeeld van een ‘tabuleiro’.
Aquaduct gedragen door 180 bogen
Ongeveer 4 kilometer ten noordwesten van Tomar zijn de resten te zien van het Aqueduto de Pegões Alto. Dit aquaduct regelde de watertoevoer van het klooster; het is ongeveer 5 kilometer lang en heeft 180 bogen.
Een paar kilometer ten oosten van Tomar ligt het Barragem do Castelo de Bode, een stuwmeer in de Rio Zêzere. Deze stuwdam is 115 meter hoog en 400 meter lang. Het meer is toegankelijk voor watersporters en hengelaars. Bij het haventje van de Pousada vertrekken cruiseboten voor tochten over het meer.
Naar het noorden liggen nog enkele andere stuwmeren in de Rio Zêzere.