Alcobaça staat bekend om zijn fruit. Vandaar onze bloesemtocht, vandaag onder een stralende zon. Maar er is inderdaad fruit in overvloed hier in de omgeving en dat leidt tot veel 'creatieve' ideeën. Wat te doen met fruit.....
Likeur maken dus en oké ook jam. Het is heel simpel om likeur te maken en het gaat heel snel. Dus maken we perziklikeur, ananaslikeur, countreau, grand marnier, pruimenlikeur en vijgenlikeur. En daarnaast nog eucalyptuslikeur en ginja (kersenlikeur). Allemaal heerlijk. E n van alles maken we veel te veel, omdat er zoveel vruchten zijn. Totdat ik op een gegeven moment 's morgens wakker werd en het glaasje zag staan waar ik gisteren een likeurtje uit dronk. De alcohol is verdampt, de suiker is nog over. Een half glaasje vol. Het zal wel dat ik zo dik ben. Het is puur suiker en alcohol. Ik denk terug aan mijn eerdere avontuur met zelfgemaakte advocaat. Tien eieren, één kilo suiker en een fles brandewijn. Misschien zat er nog meer in, maar dat weet ik niet meer precies, en dat hoef ik ook niet te weten, want ik had het in twee avonden op en pas de volgende ochtend (uiteraard) besefte ik wat ik in twee avonden had weggewerkt. Dat nooit meer, besloot ik (en toen was ik nog slank). We gaan de perziken nu gewoon opeten en de appels, de peren, sinasappels etc, etc. Het glaasje ginja drinken we gewoon op straat in Lissabon of in Óbidos (in een chocolade bekertje als een extra traktatie). De eucalyptuslikeur krijgen we als dank na een uitgebreide maaltijd in een restaurant van de eigenaar. En we maken het niet meer zelf, want je raakt het aan de straatstenen niet kwijt (lees vriendinnen, want die hebben het zelf ook gemaakt).
Misschien alleen nog ginja, en notenwijn en .....en........
Hoewel...... ik krijg geregeld gasten en die willen toch wel een glaasje zelfgemaakte likeur?