Costa de Prata

Een Portugese specialiteit is marmelada, een dikke gelei gemaakt van kweeperen. Lekker op brood, of met een stuk kaas bij de borrel.

De kweepeerboom in de tuin van Casa Limão gaf heel veel vruchten dit jaar. Zonde om daar niks mee te doen, dus ik ging met een paar kilo kweeperen de keuken in om zelf marmelada te maken. Het is op zich niet moeilijk; je moet alleen veel geduld hebben, want de prut moet uren koken, en je moet regelmatig roeren. Tijdens dat proces verandert de kleur van lichtroze naar donkerrood.

De belangrijkste eigenschap van kweeperen is dat ze heel veel pectine bevatten, wat er voor zorgt dat het uiteindelijk zo'n hele dikke gelei wordt. Dus geen gedoe met jam die niet dik wil worden, zou je denken. Er moest ook nog een enorme hoeveelheid suiker in, dat vind ik altijd vreselijk want dan proef je de vrucht zelf niet meer, dus doe ik er altijd wat minder in. Na een uur of 4 deed ik wat prut op een koud schoteltje en dat werd goed stijf. Het smaakte heel zoet, naar mijn smaak veel te zoet, maar daar kon ik niks meer aan veranderen.

Ik had een pan vol, dus ik kon heel wat vormen vullen. De volgende ochtend keerde ik een vorm om in de verwachting dat daar een stevige, mooi gevormde gelei uit zou komen. In plaats daarvan liep de prut er even hard weer uit als het er in was gegaan. Alleen het bovenste laagje bleek dik, de rest was nog vloeibaar. Dus heb ik alles weer teruggedaan in een pan, weer pruttelen en roeren, maar helaas: de volgende dag bleken de vormen wederom gevuld met vloeibare prut.

Toen was ik er klaar mee! Ik vond het toch veel te zoet, en ik had geen zin om er nog meer tijd en energie in te steken. Ik heb de hele handel in de afvalemmer gegooid. Als ik 's marmelada wil eten koop ik het wel. En volgend jaar maak ik gewoon kweeperentaart , en ga ik kweeperen inmaken. Ik kijk er nu al naar uit!