Costa de Prata Blog
Bij toeval ontdekten wij 10 jaar terug de badplaats Foz do Arelho. Via internet kwamen we op de website van een Nederlandse makelaar die hier zijn kantoor had. In januari 2005 gingen we een week naar Porto en Lissabon, maar ook Foz do Arelho stond op ons lijstje. Dus de zondag reden we vanuit Lissabon naar Foz toe dat bij aankomst een oude en wat verwaarloosde indruk maakte.
Maar anno nù is Foz een fantastisch leuke badplaats, zowel in de zomer als in de winter. De wegen zijn verbeterd en er ligt een nieuwe boulevard met voldoende parkeerplaatsen. Langs de boulevard vind je leuke strandtenten waar je iets kunt drinken of eten, lunch of diner. Ook buiten het zomerseizoen is het goed vertoeven op de terrasjes. Ze liggen in de luwte met uitzicht over de boulevard en het strand. Wie in de ochtend neerstrijkt, ziet langzaam de terrassen vollopen, toeristen en de lokale bevolking, maar ook groepjes wielrenners en motorrijders. Wij zijn fan van deze plaats en komen hier op de mooie dagen wanneer we tijd hebben graag. Lekker ontspannen met een boek en een goed glas wijn houden we het wel een paar uur vol.
Het strand is breed en je komt er naast strandgangers ook (kite-)surfers, kajakkers en vissers tegenkomt. Maar voor iedereen is er plaats en is het een ideale badplaats voor gezinnen met kleine kinderen. Vanuit de lokale overheid is er geld gestoken om de doorgang naar zee te openen, aangezien deze was dichtgeslibd. Dit had veel gevolgen voor de achterliggende waterplas, zoals een te hoge waterstand bij hevige regenval waardoor zaken deels onder water kwam te staan. Nu wordt er gewerkt aan een definitieve oplossing om de opening permanent open te houden.
Vroeger (tsja, het is nu eenmaal vroeger) was ik een fervent carnavalsvierster. Met in de optocht lopen en alles erop en eraan. Met familie, kinderen en vrienden. En dat was leuk! (alleen zuiderlingen begrijpen dat, Iris) Nu is het anders, natuurlijk. Portugal viert, als katholiek land, uiteraard ook Carnaval, maar familie en vrienden wonen te ver weg en/of hebben het vieren allang opgegeven. Maar dit jaar willen we toch weer naar de Carnavalsoptocht gaan kijken en wat blijkt: ze hebben hier ook 's avonds in Caldas da Rainha en Sao Martinho een optocht. Onze keus valt op Sao Martinho, maar hoe laat begint die optocht???
Er staat wel een afbeelding van de poster van Sao Martinho op de site van het stadhuis, maar denk niet dat daar een tijd op staat. Nou zal een optocht ook nooit op tijd vertrekken, dus heeft het weinig zin om dat dan te vermelden, dat is waar. Maar een beetje een aanwijzing, zou toch wel handig zijn. Zo was er gisteren de optocht van de kinderen van school. Nu was er wel een tijd bekend: 11 uur. Om 11.15 uur was er nog niets gebeurd en omdat ik naar de Tai Chi moest; helaas geen optocht.
En dat is wennen in Portugal. De tijden..... als je uit wilt gaan 's avonds, begint alles al laat, en dan begint het ook nog niet eens op tijd. Nooit. Het gekke is... ik ben er al helemaal aan gewend om bij een of andere instantie úúúúúren (lees drie kwartier als je pech hebt) te wachten. Ik ga gewoon zitten lezen. Maar als ik bij de kassa sta, dan komt mijn oerhollandse ongeduldigheid weer helemaal boven en duurt het allemaal veel te lang. Zo ook bij de optocht. 11 uur is 11 uur en dan moet je niet net aankomen en je nog moeten omkleden. Daar moet je tegen kunnen en dat is niet iedereen gegeven. Neem nou André Rieux. (Ik heb dit verhaal van horen zeggen) Hij is een keer in Lissabon geweest, waar hij met zijn duizendkoppig orkest optrad. Het concert begon om 10 uur en mensen kwamen van alle kanten om de voorstelling bij te wonen en kwamen uiteraard te laat. André begon prompt om 10 uur en toen er na tien minuten nog steeds mensen binnenkwamen en dat niet geheel stilzwijgend deden, brak hij het concert af en zei iets in de trant van: 'waar komt u vandaan? Het is..... kwart over tien. ( de puntjes zijn vrij in te vullen en hij zal ze waarschijnlijk gedacht hebben, want hij blijft een gentleman. Weliswaar een gentleman die zich precies aan de tijd houdt.) De mensen stamelden:'ja maar, wij komen uit Porto.'waarop hij zei: 'Ik kom helemaal uit Nederland en ik was hier ook op tijd. Dit is de eerste en de laatste keer geweest dat ik naar Portugal kom.', waarop hij vervolgens door ging met het concert. Men heeft mij niet verteld, hoe de sfeer daarna was.
Maar nu weet ik nog niet, hoe laat de optocht begint. Helaas regent het inmiddels en staat er een flinke wind. Misschien een goede reden om maar niet te gaan. Dan kan ik in ieder geval op tijd naar bed.
Ik ging vanmorgen even via de keukendeur naar buiten, en terwijl ik het pad op stapte hoorde ik rechts van me geritsel in het grind. Ik keek en zag een slang achter het pampasgras tussen de stenen van de stapelmuur wegglijden. Mooi, maar ook een beetje griezelig...
Weer binnen keek ik uit het raam en zag een parelhagedis op ongeveer dezelfde plek lopen. Dat leek me slecht voor zijn gezondheid, maar goed, zo gaat dat in de natuur.
Toch wilde ik die slang op de foto hebben. Eerst zag ik hem met z'n kopje tussen de stenen uitkomen. Op een andere plek trouwens dan waar hij tussen de stenen schoot, kennelijk kun je achterlangs onder het grasveld. Ineens gleed hij tussen de stenen vandaan en verdween weer achter het pampasgras. Daarna weer even niets, totdat hij weer tevoorschijn kwam, in de border aan de bovenkant van de muur. Snel greep ik naar m'n camera, maar ik tikte per ongeluk tegen een randje, en meteen schoot hij weer weg. Ik was binnen hè, hij een meter of 6 verderop buiten. Weer een poosje gewacht, intussen een boterham etend, en daar was hij weer, in de border, met z'n kop boven een plant uit.
Deze foto is trouwens 2 uur later genomen, op dezelfde plek waar de slang tussen de stenen uit kwam. Ik wil niet weten wat er nog meer achter die stenen zit! Heel naïef dacht ik dat er alleen hagedissen en vogeltjes zaten, maar nee hoor, de wildernis begint gewoon op de drempel.
Wordt het een bica, meia de leite direta, americano, abatanado, galão of garoto?
Portugezen drinken per dag verschillende keer een ‘bica’, een heerlijke sterke, bittere espresso
Ik heb gemerkt dat de naam ‘bica’ een beetje uit de gratie raakt. Ineens hebben de mensen die zichzelf heel wat vinden het over ‘um café’. Alsof je met ‘bica’ aangeeft dat je van het ‘volk’ bent. Voor wie het niet door heeft: Portugal is een standenmaatschappij. Mensen in de stad vinden zich doorgaans een stuk verhevener dan mensen die op het platteland wonen. En dan de hoofdstad: Lissabon. Tekenend is de uitspraak: ‘Lisboa é a capital, o resto é paisagem’ ( Lissabon is de hoofdstad, de rest is landschap). Dit geeft goed aan hoe de ‘Lisboetas’ (inwoners van Lissabon) hun positie tegenover de andere Portugezen bepalen. Ze menen zelfs dat Odysseus tijdens zijn omzwervingen de stad Olissiponensis heeft gesticht. Misschien leuk om te weten is dat een andere benaming voor een inwoner van Lissabon ‘alfacinha’ is. Een kropje sla. Kijk, dat klinkt meteen een stuk minder sjiek in de oren. Het is overigens niet helemaal duidelijk waar deze term vandaan komt, maar het meest waarschijnlijke is dat het woord uit het Arabisch komt en dat je in Lissabon in een ver verleden niet veel moeite voor een krop sla hoefde te doen.
Grappig dat zo’n klein sterk kopje koffie, een ‘bica’, in het noorden anders heet. Rondom Porto hebben ze het over een ‘cimbalino’. ‘Bica’ betekent letterlijk kraantje en Cimbalino is een veel gebruikt merk espressoapparaat. Een ‘bica/café/cimbalino’ kost doorgaans tussen 0,60 en 0,80 cent. Betaal je meer dan een euro, zoals op het vliegveld, dan heb je érg veel pech.
Veel Nederlanders willen een cappuccino
Als je om een cappuccino vraagt, krijg je – als je niet oppast- koffie uit een zakje, aangevuld met water. Daar moet je van houden. Vraag daarom altijd om een ‘meia de leite direta’. Dan krijg je échte koffie uit het espressokoffiezetapparaat mét, als je mazzel hebt, opgeschuimde melk. Kijk niet gek op als je een -in jouw ogen- ietwat rare cappuccino voorgeschoteld krijgt. In veel etablissementen hebben ze sinds mensenheugenis alleen maar bica’s geserveerd. Aan al die moderne fratsen in de hedendaagse koffiecultuur moeten ze in Portugal soms erg wennen.
Wil je een grotere bak koffie, Nederlands formaat, laten we zeggen, dan vraag je om een ‘americano’ of een ‘abatanado’. Een ‘americano’ is meestal dezelfde sterke espresso als in een ‘bica’, maar met meer water en in een groter kopje. Een ‘abatanado’ is hetzelfde als een ‘bica dupla’ of een ‘café duplo’, een dubbele koffie dus. Je krijgt twee espresso’s in een groter kopje. Voor een ‘americano’ betaal je over het algemeen de prijs van een bica. Voor een ‘abatanado’, ‘bica dupla’ of ‘café duplo’ (alle drie de termen duiden een dubbele koffie aan) betaal je twee keer de prijs van een ‘bica’. Meestal rond de 1,40 euro.
Wil je eens erg Portugees doen, bestel dan een ‘galão’ (je spreekt het uit als khalaun) of een ‘garoto’ (kharotto). Een ‘galão’ is een groot glas gevuld met een espresso en melk, een café au lait of caffè latte. Een ‘garoto’ is hetzelfde, maar dan in een klein kopje. ‘Garoto’ betekent kind. Kinderen krijgen in Portugal meestal een ‘garoto’ voordat ze de leeftijd bereiken dat ze een echt sterke ‘bica’ mogen drinken.
Om alvast te oefenen:
- Een sterke espresso, in een piepklein kopje: bica (spreek uit bieka), café (spreek uit kaffè) of -alleen in het noorden!- cimbalino (spreek uit sjiembalieno)
- Een kopje koffie, Nederlands formaat: americano (een espresso met meer water) of een abatanado/café duplo (twee espresso’s in een kopje)
- Een cappuccino: meia de leite direta ( spreek uit mee-ja de lai-teh diretta)
- Café au lait/caffè latte: galão (spreek uit khalaun), in een lang glas. Een klein formaat is een garoto (spreek uit kharotto)
We staan hier steeds weer voor verrassingen. Nu weer met ons adres. Toen we het huis kochten bijna 11 jaar geleden kregen we een koopcontract met uiteraard het adres van ons huis. Ik schrijf ‘uiteraard’ want zo gaat dat in Nederland. En wij blijven denken als Nederlanders. Dus al die jaren hebben we gewoond in de Rua Principal (geen nummer) Ribeira dos Carrasqueiros, Vimeiro. De Hoofdstraat dus. Logisch, want het gehucht heeft maar een straat en vijf huizen. Maar voor de postbode is dat lastig, want naast ons woont een Engelsman en in het laatste huis een Belgische. Verschillende vreemde namen dus en dat kan/wil de postbode niet onthouden. Om het voor de postbode gemakkelijker te maken, hebben we dus een huisnummer aangevraagd in de veronderstelling dat het nummer vijf zou worden. Wat schetst mijn verbazing; we krijgen nummer 140 toegewezen en we wonen helemaal niet in de Rua Principal, maar in de Rua dos Carrasqueiros en ook de postcode klopt niet. Na 11 jaar blijken we in een heel andere straat te wonen en nog wel in een straat, waar ik nog nooit van gehoord heb. Omdat we dus nog steeds de post van de buurman krijgen en hij die van ons, zie ik dat ook hij beurtelings in de Rua Principal woont en tegelijkertijd in de Rua dos Carrasqueiros. (geen nummer) Wat nu? Een kennis stelt voor om dan maar de naam van het huis te gebruiken; (Quinta Antes o Vento), maar daar kleven weer andere bezwaren aan. De naam is te lang, geen Portugees en de heg is te hoog. Ik moet er ook wel om lachen. Hoe doen de Portugezen dat? Ik denk dat het ze gewoon niet interesseert en ik herinner me hoe mijn buurvrouw, een slimme meid, mij vijf jaar geleden gevraagd heeft, wat haar adres was??????? Ik heb haar toen , naar nu blijkt het verkeerde adres gegeven, maar dat maakte niets uit, want de kaart die ik later van haar kreeg, kwam gewoon bij mij aan. Begrijpt u het nog? Ik niet.
Of ja toch, jarenlang kende de postbode alle mensen van gezicht, praatjes en vanuit het dorpscafé, en bezorgde de post zijn hele leven in zijn eigen dorp. Dus kwam de post bij de juiste mensen. Maar de tijden veranderen. De postbode rijdt op een brommer, heel snel, wordt nog wel eens vervangen en dan die vreemde namen en dus gaat het mis.
Onze gasten echter hebben totaal geen last van adresveranderingen. Ze vinden onze Quinta altijd. Ze vragen gewoon aan mensen uit de verre omtrek zelfs, ‘waar wonen de Hollanders’ en dan is er altijd wel iemand bereid om in zijn auto te stappen en de weg te wijzen. Geen enkel probleem dus.
Portugal is een land waar men gewoon is vers voedsel te eten. Maar elke dag je boodschappen doen valt niet mee als je in een klein dorpje woont, je geen vervoer hebt, en er als je geluk hebt alleen een klein buurtwinkeltje is.
Groenten en fruit verbouwt men als het even kan zelf. Zelfs al is er maar een klein stukje grond bij het huis, er is altijd plek voor kool, zeker voor het soort koolplanten dat een lange steel vormt waaraan de koolbladeren groeien: je plukt wat je nodig hebt, de plant produceert continu nieuwe bladeren, en zo heb je het hele jaar door verse kool. Er wordt trouwens ook stevig geruild: de een heeft heel veel aardappelen, de ander heeft veelteveel sinaasappels, en weer een ander heeft honderden liters wijn van eigen druiven. En kun je niet ruilen? Dan krijg je het gewoon. Heel simpel.
Voor vlees zorgen is ook niet een groot probleem. Vaak hebben mensen een paar kippen, niet alleen voor de eieren maar ook voor het vlees. Sommigen hebben zelfs een eigen varken, die krijgt al het afval en restjes en als het dier groot en vet genoeg is wordt het geslacht. De hele familie komt dan helpen om al dat vlees te verwerken, en er wordt echt niets weggegooid.
Brood kun je natuurlijk zelf bakken maar het is een hele klus, men bakt dan vaak voor een hele week, maar in de vochtige winters kun je het brood niet een week bewaren. Wij zijn gewend brood in de vriezer te stoppen en het er uit te halen zodra je het nodig hebt, maar dat kun je geen vers brood meer noemen natuurlijk. Trouwens, ik vraag me af of, bijvoorbeeld bij ons in het dorp, veel vriezers staan. Ik durf het te betwijfelen. Maar goed, ik dwaal af.
Vis dan, het staat bij de meeste Portugezen zowat dagelijks op het menu, en dan vooral bacalhau, maar vis kun je natuurlijk helemaal niet zelf produceren. Hoe kom je dan aan je vis?
Heel eenvoudig: sinds jaar en dag rijden bakker en visboer hun dagelijkse route langs de verschillende dorpen om hun klanten van vers brood en verse vis te voorzien. Vaak zie je 's-ochtends al vrouwen langs de kant van de weg staan, wachtend op de leverancier. Samen wachten is wel zo gezellig, en het is meteen een mooie gelegenheid om elkaar even over de laatste nieuwtjes bij te praten. Je weet precies wanneer de bakker of visboer er is, zodra ze in het dorp zijn laten ze dat weten door hard en lang op de claxon van de auto te drukken. Wij noemen het daarom gekscherend toeterbrood en toetervis.
Als iedereen van verse waar voorzien is, en ook de laatste nieuwtjes van de leverancier zijn vernomen, gaat iedereen weer naar huis met het eten voor die dag. En de volgende dag begint het ritueel van voren af aan. Behalve op zondag, maar dan ga je met de lunch gewoon naar het plaatselijke restaurant om "cozido à Portuguesa" te eten. En dan eten ze zoveel dat ze 's-avonds toekunnen met de restjes van de vorige dag. En op maandag is er dan gewoon weer verse aanvoer van brood en vis. Simpel toch?
Voor de vakantieganger die ook sportief bezig wil zijn
Het start- en eindpunt van de wandelroute Mata do Cerejal in Midden Portugal ligt bij de São Mateus en Onze Lieve Vrouwe kapellen in Alcanades, ongeveer 15 minuten rijden vanuit het centrum van Batalha. De wandeling gaat door ‘Het bos van Cherry Orchard', een bosrijke omgeving met smalle paden en veel verschillende plantensoorten.
De route is zeer afwisselend en biedt prachtige uitzichten en loopt langs de oude monding van de koolmijn, os Polvarinhos genoemd. Hier werd vroeger het kruit opgeslagen wat gebruikt is voor de mijnbouw. De tocht komt langs een steengroeve waar diverse medewerkers dagelijks de grote steenblokken hakken in verschillende maten stenen variërend van klein tot groot. En nee, er komt geen machine aan te pas, nog gewoon ambachtelijk werk.
Voor deze wandeling is goed schoeisel en een redelijke conditie nodig maar voor iedereen toegankelijk. Prettige bijkomstigheid is dat de route goed staat aangegeven. Door de aanleg van de nieuwe weg de IC9 is de route uitgebreid van 6,5 km naar 9 km. De tijdsduur voor de tocht is ongeveer 2 uur en 30 minuten.
Elke zoveel jaar krijgt mijn lief de kriebels, dan wil hij weer een nieuw project starten. Zo ook in 2016.
Deze keer had hij een glamping in gedachten, op het nog ongebruikte stuk grond dat bij Villa Limão hoorde. Ik zag het nog niet voor me, maar zijn enthousiasme begon langzaam maar zeker op mij over te slaan. Dus begon het onderzoeken van de (on)mogelijkheden. Eerst maar eens een gesprek met de gemeente, want als zij geen mogelijkheden zagen voor een glamping had het geen zin eraan te beginnen. De geluiden waren positief, dus de volgende stap maar gezet: een bezoek aan Luxetenten.com in Emmeloord, Nederland, want als er glamping lodges zouden komen was er wat ons betreft maar 1 leverancier mogelijk. Zij hebben in een grote loods de verschillende tenten opgebouwd zodat je precies kunt zien hoe ze eruit zien, hoe groot ze zijn, en wat de indeling is. We hadden een model in ons hoofd maar ter plaatse veranderden we volledig van gedachten, de Luxury Lodge was precies wat we zochten.
Weer thuis in Portugal kwamen we in aktie, want er moest nu ineens veel gebeuren. De lodges inclusief volledige inrichting werden besteld, de tuinman werd aan het werk gezet om de parkeerplaats te maken, het land te maaien en het riet te vernietigen (we hadden geen behoefte aan riet dat door de vloer in de lodges groeit), de indeling van het terrein werd bedacht en de grond onder de lodges werd bedekt met plastic en grind. En ook niet onbelangrijk, we moesten een naam bedenken, een domeinnaam registreren, en een website maken.
Een flinke bos hout voor de deur
Nu waren we klaar voor de lodges, en die arriveerden in februari 2017. We hadden toen letterlijk een flinke bos hout voor de deur! Kort daarna startte de bouw van de lodges, en zo'n 3 weken later waren ze klaar. Maar daarmee was Silver Coast Glamping nog lang niet klaar!
Geert heeft, met een week flinke hulp van zijn broer en goede vrienden, alle elektriciteit en water naar en in de lodges aangelegd. Uren heeft hij doorgebracht in de verschillende bouwmarkten om al het benodigde materiaal in te slaan.
Intussen werd er een blokhut geplaatst waarin we in de winter spullen uit de lodges kunnen opslaan. Die moest op een betonnen vloer komen te staan, waarin water- en elektriciteitsleidingen moesten worden verwerkt. Daar moet je goed over nadenken, want als het beton eenmaal gegoten is kun je niks meer veranderen.
Daarna werd het zwembad geplaatst, een klusje van 2 dagen. Op dag 1 wordt het gat heel precies uitgegraven en wordt er beton op de bodem van het gat gestort. Op dag 2 arriveert het zwembad op een grote vrachtwagen, altijd een heel indrukwekkend gezicht. Bad in gat, aanvullen met zand, leidingen aansluiten, klaar. Nu kon de bestrating rondom het zwembad worden aangelegd, en vervolgens de bouw van het overdekte terras met barbecue bij het zwembad.
Inmiddels was het mei, en kon de tuinman aan de slag. Hij heeft er met zijn mannen nog een hele klus aan gehad. Plastic leggen, grind erop, echt vrachtwagens vol grind zijn er bezorgd en verwerkt. Enkele steilere wanden zijn met keien bekleed, de grasvelden werden ingezaaid, en alle stekken die ik had gemaakt werden geplant. Het was warm weer, dus we hadden er een klus aan om alles goed water te geven.
Tussen de bedrijven door hadden we de inrichting en aankleding van de lodges aangeschaft en konden we eindelijk de finishing touch gaan aanbrengen. Precies op tijd voor onze eerste gasten! Want inmiddels hadden we al heel wat reserveringen mogen noteren, de zomervakantie was zelfs al helemaal volgeboekt.
How time flies
Nu, 2 jaar later, is het derde seizoen alweer gestart. De tijd vliegt echt! Het lijkt veel langer dan 2 jaar geleden dat we Silver Coast Glamping oprichtten. We zijn heel tevreden met hoe het er nu allemaal uitziet, trots op het succes want gasten weten ons massaal te vinden, en we zijn heel blij met onze stevige tenten. Zelfs tropische storm Leslie, die in oktober 2018 huishield in Portugal, heeft geen vat gekregen op onze glamping.
We hopen nog heel lang gasten in onze Silver Coast Glamping te mogen ontvangen. Je bent van harte welkom!
Voor de kaasliefhebbers onder ons: proef eens een queijo amanteigado! Deze kaas, queijo – spreek uit keh- zjoe, is zo boterachtig, amanteigado – spreek uit aman-the-gaa-doe, dat je hem niet in plakken snijdt, maar uitlepelt. Thuis noem ik deze kaas daarom oneerbiedig ‘lepelkaas’.
Het Serra da Estrela-gebied staat bekend om de allerlekkerste queijos amanteigados, gemaakt van schapenkaas. De beste kazen hebben trouwens een DOP, denominação de origem protegida, een beschermde oorsprongsbenaming. Ze zijn bijzonder lekker met jam. Met ernaast een glaasje Ginja of goede Port. De prijs van een goede queijo amanteigado uit de Serra da Estrela kan al gauw oplopen tot ver boven de 20 euro per kilo.
Gelukkig zijn er alternatieven! Ik heb al eens eerder geschreven over een kaasboerderij in Valado de Santa Quitéria: Flor do Vale. Per toeval ontdekt en bij het bezoek geconstateerd dat hoofdzakelijk van origine Fries stamvee de melk levert. Dat moet goed zijn! En inderdaad, dit betaalbare kaasje (3,60 euro) is ook uitlepelbaar, vooral op de eerste dagen na levering, daarna wordt hij harder.
Wat zeggen ze ook alweer in Portugal? Queijo com pão faz homem são! Kaas met brood maakt de mens gezond. Zo is het maar net. Lepelen, dus!
Hollandse tip
In sommige restaurants serveren ze bij het couvert een queijo amanteigado. Kijk dan altijd even bij de prijslijst, want ik heb wel eens gehad dat de kaas duurder dan mijn maaltje was.
Ben je geïnteresseerd in een ambachtelijke boerderij waar ter plekke kaas wordt gemaakt? Lees dan het beeldverhaal over Queijaria Artesanal Flor. Ze maken er ook ‘queijo fresco’, van die witte zachte ronde kaasjes, die ik – heel eerlijk – nergens naar vind smaken, tenzij je er een flinke lepel pompoenjam met noten op smeert. Dan is zo’n hapje ineens héél goed te pruimen!
Juli 2019: 10 jaar geleden ontving Casas Fruta haar eerste gasten
Tien jaar! Het lijkt zo kort, en toch ook zo lang. En er ging heel wat aan vooraf...
In 2004 kregen we het idee om ooit naar Portugal te willen verhuizen, in 2006 kochten we de grond voor Casas Fruta, de bouw begon in 2008, en na een hele hoop ik-vertrek-achtig-gedoe was de opening in juli 2009.
Ach ja, de bouw, we hadden er zo mee in Ik Vertrek gekund. Het leek allemaal voorspoedig te gaan, totdat we begin 2009 bericht kregen dat de einddatum van de bouw een paar maanden was uitgesteld. We voelden nog geen nattigheid, dat kwam vast en zeker door die roze bril, we waren er vast van overtuigd dat de bouw echt zoals beloofd in mei klaar zou zijn. En dan zouden wij aan de slag gaan, met heel veel hulp van familie en vrienden, om de huizen in te richten en klaar te maken voor de eerste gasten.
We hebben ingericht in mei, dat wel, maar de huizen waren nog niet klaar. De aannemer was failliet en inmiddels met achterlating van een dikke stapel onbetaalde rekeningen met de noorder- danwel zuiderzon vertrokken. Het was een zware tijd, maar we wisten zeker dat het hoe dan ook afkwam. Dat is dus gelukt, maar het viel niet mee, het heeft ons heel wat hoofdbrekens opgeleverd en nachtrust gekost en volgens mij is het ook de oorzaak van mijn grijze haren.
En nu, 10 jaar later, kunnen we er inmiddels om lachen.
Sinds de opening is er al zo veel veranderd, teveel om op te noemen. Nou vooruit, om er een paar te noemen: alle borders zijn bedekt met plastic en grind, de huizen zijn al 2x geschilderd, het tuinmeubilair is vervangen, er is een schaduwterras gemaakt bij het zwembad, er is een carport met zonnecellen geplaatst waarmee we elektriciteit opwekken, de bedden zijn vervangen.
En ook niet onbelangrijk, de gemeente heeft de weg geasfalteerd.
In die 10 jaar hebben we vele honderden gasten van diverse nationaliteiten mogen ontvangen. En elk jaar zijn er weer mensen die terugkomen, voor ons een mooi teken dat we het goed doen.
En we vinden het leuk om te doen. Zo leuk dat we in 2013 Villa Limão hebben gekocht, en sinds 2017 zijn we de trotse eigenaren van Silver Coast Glamping. Allemaal in dezelfde straat, en voor elk wat wils.
We hebben zin in de volgende 10 jaar, we zijn heel benieuwd wat we nog voor veranderingen en/of vernieuwingen weten te bedenken. En we hopen nog heel veel leuke, gezellige gasten te mogen ontvangen!